vrijdag 28 augustus 2009

Moron-Olgii, mijn persoonlijke dakar rally

Na drie dagen met de voet hoog was de kriebel om te gaan groter dan mn ratio. Enkel in t enige stuk rekverband aanwezig in dit gedeelte van Mongolie (je gelooft t niet), plus zelfmade enkel tape (hoera voor de leukoplast-hospital), dit geheel in de linkerlaars gestopt, stevig aangesnoerd, et voila.. rideable.

Nu mn offroad-zelfvertrouwen nog terug krijgen. Inmiddels had ik wel beetje door hoe kaarten, wegen en routes werken in Mongolie (lees: niet ;) ), en ik vertrok het westen van het land. Ik was al gewaarschuwd dat de logistiek en dergelijke daar wat minder kon zijn maar ach, de zon scheen, en ik had ruim de tijd een beetje aan de verschillende soorten ondergrond te wennen. Een kilometer of twintig uit de stad moest ik eerst een pas over, schitterend langs een rivier, om een berg heen.. en.. verdomme, regen. Ik aarzelde geen moment en stopte bij het eerste beste houten huis wat ik zag om te schuilen.
Daar was net een mongolische familie aan de thee, en die vonden het niet meer dan normaal dat ik daar binnen kwam vallen. De middelste dochter sprak wat engels, en ik kon t niet maken de vreselijke melkthee af te slaan. Mongolie leeft erop, mijn lactoseintolerante darmen gruwen ervan. Gelukkig komt er al snel weer een straal zon door, en enthousiast wijs ik naar buiten 'nar' (zon), en laat met redelijk fatsoen de halve kop staan: tijd om weer door te gaan.

Het rijden zelf gaat steeds beter, maar de balans van op de stepjes staan is ver te zoeken met dat been. Ohh well.. Ik rijd een heerlijk stuk door die dag, de modder is vaak al erg opgedroogd, en alleen als ik hoger gelegen land op zoek om te gaan kamperen word t wat natter. Deja vu?
Ik ook, ik let even niet op, zit op mn zadel, en mn linkervoet slaat van t stepje tegen een hooggelegen graspol aan. I'm not amused meer en besluit binnen nu en twee kilometer mn tent ergens op te zetten. Ware het niet dat 500 meter na dat besluit het achterwiel weer eens voorbij komt, en Ganesh weer op een oor (knipper, handvat, spiegel etc) ligt. Ik probeer met de kracht der wanhoop m weer solo omhoog te krijgen, maar de beladen motor is gewoon te zwaar in deze omstandigheden voor mij. Ook heb ik de laatste twee uur al geen auto gezien, dus na een kwartier wachten besluit ik tot een wat actievere probleemoplossinggerichte aanpak: ik loop door steppe en land een kilometer of twee naar de dichtsbijzijnde yurt, die ik in de verte kon zien liggen.
Daar aangekomen probeer ik uit te leggen waarom ik kom buurten, zo op deze mooie zomeravond in deze vieze motorkledij. Ze denken eerst dat ik een lekke band heb (sssttt, goden niet verzoeken), maar met behulp van een kinderfietsje wat er ligt doe ik een crea-bea pantomime spel van wat me is overkomen en waarom ik graag hulp nodig heb. Een van de redders suggereert gepast bijdehand dat ik dan beter op dat kinderfietsje verder ga, hij heeft gelijk, maar gedrieen hoppen we toch op hun brommers en hijsen even later GaneSh weer overeind. Ik rijd nog 2 km naar een goede kampeerplek, en in de laatste schemering zet ik even later mn tent op. Pff, what a day. Het is wat fris die nacht, en de volgende ochtend schraap ik t ijs van mn zadel. Voortaan maar mn fleece en sokken aanhouden.

De tweede dag laat weer zon zien, en na een eerste duinzanderig stuk beland ik na een paar uur op een doorgaandere weg west. Da's mooi, want dan kan ik mooi ergens ontbijten langs de weg. Bij n huisje met verbazingwekkend mooi uithangbord (grote nog niet verbleekte fotos van voedsel) eet ik een bord soortement bami en drink wat oranje chemische vitaminen. Tenminste, dat laatste staat op t flesje.
De waypoints van de engelsen die ik in UB tegenkwam komen redelijk overeen met mn gewenste route en ik hoef me die dag niet zo druk te maken om de koers. Dat is mooi want dan kan ik me geheel storten op mn motorrijvaardigheden. Ik rijd die dagen tegen mn fysieke grenzen aan, en vind vele stukken moeilijk en zwaar. Door of te veel los zand, of losse rotsen, of schuin terrein of weggeregende stukken of.. Jullie begrijpen t: ik zit qua offroaden totaal uit mn comfortzone, maar het gaat wel steeds beter. Ik focus op punten achter de hindernissen, blijf op mn stepjes staan, en kom er. Keer op keer weer. En word dan weer beloond met een geweldig uitzicht, de weidsheid, of juist een kleurenpalet aan grond, begroeiing, bergen..
Die avond zijn mn dichtste buren meer dan vier kilometer weg met daartussen helemaal niks behalve steppe. Indrukwekkend. Heerlijk. Stil.

De volgende dag moet ik volgens de kaart noord langs een enorm zoutmeer door een duin/zand achtig gebied en ik zie t zand met angst en beven tegemoet. De Dakarralley is op TV toch net even makkelijker dan in t eggie.
De engelsman die mijn gps volplugde zei al dat daar ergens zoveel lui omgerold waren. En hij wapperde wat naar de kaart met zn hand. Enfin, voor mij de zondvloed, want door dezelfde eregen die mij een paar dagen eerder zoveel parten speelde is nu al t zand lekker ingeregend en ik heb een topdag. Ik val niet om, rijd steeds lekkerder overal doorheen, kom zelfs een duin los zand van een meter of drie over en heb steeds vaker het gevoel dat ik controle heb over de motor, in plaats van andersom. Dakar here i come.

Aan t einde van de middag kom ik Maciew tegen, een Pool op een Africa Twin die de andere richting uit gaat. Ik herken m al van verre, want 'wij buitenlanders' zijn de enigen die met licht aanrijden in mongolie. Ik ben ook ontzettend vaak gewaarschuwd op allerlei onmogelijke momenten door de mongoliers dat mn lamp brandde, goed bedoeld, maar ja, uit kan ie niet (je zou t alleen al doen om van t gezeur af te zijn, eerlijk).
We wisselen wat waypoints en wetenswaardigheden uit, en hij zet zn tocht voort, hij wil polen - mongolie vv in drie en halve week klaarspelen. Respect. Hij zal kapot zijn alsie terug thuis is..
Zodra ik ook maar voel dat ik te moe word na zessen mik ik die dag mn tent in een stel heuvels neer. Geweldig, die hoeveelheden ongeclaimd land, die ruimte. T enige wat mist is water om te wassen, een zoutmeer is niet optimaal kan ik je zeggen..

De vierde dag dag begint met een bits bergpasje.. smal weggetje, weggeregend, en de rest losse keien. Maar t lukt mooi en ik zie aan de andere kant aangekomen een dorp in de verte. Volgens de kaart is daar een benzine station, maar t kost me moeite in die vier straten de pomp te vinden. Gelukkig herinner ik me wat ik had gelezen op n forum van medemotoreizigers: als je in mongolie een pomp niet kan vinden, zoek dan naar de dunne metershoge bliksemafleiders. Benzinepompen staan namelijk aan de rand of buiten stadjes, op voor westerse begrippen onlogische plaatsen. Ook is er nooit een dak, of overkapping.
En inderdaad, ik zie een paar sprieten aan de buitenkant van t plaatsje en daar vind ik een roodwitte pomp. Een pomp, twee slangen, that's it. De bediende moet de generator starten voor de werking en ik moet oppassen dat de ziel geen diesel in ganeshje mikt. Maar t is of diesel of benzine ron 80, en ik moet GaneSh voor de laatste 180 km van mn tocht benzine 80 voeren. Voor de benzinebeten onder jullie: wij doen t met 95 of 98 in nederland. Speciaal voor deze trip heb ik ganesh op 92 laten afstellen in Nederland (dat kan, dat hebben ze in beieren zo bedacht). Maar ik merk eerlijk gezegd geen verschil tussen de 80 of 92. Nou rijd ik zelden op vol vermogen en ik denk dat je t daar wel goed zou voelen. Maar op volle toeren over de steppe is niet mijn stijl dezer dagen. Alles heel bij aankomst is t doel.

En dat verpruts ik bijna nog die laatste dag. Nou snap ik namelijk waar die engelsman t over had toen ie zei 'bikes dropping like flies everywhere'. Dat was niet t gedeelte van gisteren, dat was t gedeelte van die dag. Veel rul zand, en ik ga af en toe als een pelikaan door t zand heen, peddelend met mn voeten om vooruit te komen. Een keer ga ik er in om, en t lukt me om zelf alles weer overeind te krijgen. T gaat niet snel, maar er is zeker progressie en ik heb nog een halve dag voor de laatste 70 km. Tijd zat. Degene die mij de weg wees op de kaart in t guesthouse in Moron had nog wel wat gezegd over n rivercrossing, en ik bedacht me dat ik dat wel zou onthouden waar dat was, maar ik moet bekennen.. totaal ontschoten. Totdat ik een kilometer of drie door een soort droog delta achtig gebied rijd. Veel ronde keien en uitgesleten rivierbeddingen doen me realiseren dat je hier in de winter waarschijnlijk niet door kan. En uiteindelijk kom ik bij een stuk dat een grotere rivier lijkt. Meter of 15 breed. Niet al te diep lijkt. Nou vind ik riviercrossingen altijd leuk. Dus ik plot mn koers, schakel terug, en plof lekker door de rivier heen. Aan de overkant gekomen vraag ik me wat zelfvergnoegd af of hij zich daar nou zo druk om had moeten maken. En rijd verder. Tot ik honderd meter verder de struik om draai. Weer n water maar dit keer een erg snelstromend water, minimaal halve meter diep. Potver, daar had ie t dus over. Daar kom ik nooit doorheen. Ik ga op zoek naar betere doorwaadplaatsen, maar tis allemaal niet ideaal. Of te diep of de kant te hoog, of teveel grote rotsen. Na een half uur kies ik de minst slechtste, roep de doorwaadgoden aan, en... ga in de eerste twee meter al onderuit. Ganesh slaat af bij lagere toeren en ik heb de gewoonte vanuit een laag toerental een rivier door te trekken. De Enfield kon dat zo lekker. Ganesh niet en een afgeslagen motor is dodelijk voor snelheid. Ik rol om. Voor een keer eens over rechts zodat mn camera dit watergeweld gespaard blijft, maar in de rechterkoffer zit mn laptop. Het water stroomt twee centimeter onder de koffersluiting door. Hij ligt wel lekker stabiel op alle keien, dus ik kan mooi een foto maken. Weleens waar niet van harte, maar toch. Kgun jullie ook wat. Ik laad de gele toptas af, gelukkig liggen de luchtopeningen ook droog en na drie keer proberen lukt t me alles weer recht overeind te krijgen. Plan is nu te starten, naast motor te lopen en zo in zn een naar overkant te waden. Tkost wat verwensingen, maar het lukt. Bijna. Tot de laatse twee meter voor de kant. Daar beland ik met mn achterwiel in t grote gat wat zich in iedere watercrossing bevindt. Dat is t zelfde gat wat je thuis ook hebt en waar sokken, en ondergoed in verdwijnen. En pennen. En sleutels. Allerlei dingen die je nodig hebt maar die zomaar weg zijn. Zodat je met een sok overblijft, of weer geen pen kan vinden om iets op te schrijven etc.
Zo'n gat had deze rivier ook, achterwiel zat muurvast, wat ik ook aan gas gaf, weinig, veel.. hoeveel of weinig ik ook duwde, mopperde, tierde, t kwam er niet uit. Ik haalde mn koffers helemaal leeg, zodat t wat lichter woog, maar ook dat hielp niet. Muurvast. Positieve punt was dat ie kaarsrecht in de rivier bleef staan.
Het was inmiddels al weer wat langer droog (behalve ik, t water tot aan mn knieen, mn laarzen lekker volgestroomd) en ook t lokale verkeer begon op gang te komen. Ik hoorde t ploffen van een motortje in de verte en ik ging er op af. Een moeder met zoon waren t, die net vanaf de andere kant op een andere plek een doorwading stonden te overpeinzen. Ik gebaarde of ze asjeblieft konden helpen en nieuwsgierig volgden ze mij naar mijn plek des onheils vijfhonderd meter verderop. Mongoliers zijn erg praktisch ingesteld. Ook is me al vaker opgevallen dat als je ze om hulp vraagt ze bij je blijven tot t probleem is opgelost. Een fijne eigenschap, naar ik vermoed ingegeven door t land en de barre omstandigheden waarin ze (over)leven.
Die praktischeid bleek nu weer. Ze aarzelden geen moment, deden schoenen en sokken uit en stapten zonder commentaar met me de rivier in. Ook met zn drieen kosstte het veel kracht en geruk en getrek, maar na vijf minuten stond ganesh op de wal. Hoera. Wat was ik opgelucht. Ik laadde weer op en gaf moeder een naar ik hoop adequate financiele beloning voor haar badderpartij Zoonlief stond zo verlekkerd naar mn doorweekte handschoenen et kijken dat ik een droog reserve motorcrosspaar uit mn koffers trok en m ze gaf. Weet niet wat hij van de knokkelbeschermers vond, maar mocht je een jongen met motozoom handschoenen tegenkomen..

De laatste 50 km naar olgii was over een soort vulkanische steppe. Indrukwekkend, en makkelijker te berijden. De laatste pas was schitterend. De vallei leek van bijbelse proporties met groene vruchtbare weiden om een wild stromende rivier tussen barre bergtoppen. Schitterend. Of was dat omdat ik mn eindpunt van n pittige tocht naderde?

Olgii is een grote stad voor de regio en heeft zelfs asfalt en een stoplicht. (niemand let erop, maar doat doet er niet toe). Dat ik ooit zo blij met asfalt kon zijn. Ik vond een kamer met warme douche die nacht, en was opgelucht en trots. Tijd voor de volgende etappe van mn reis: centraal azie. Maar daarvoor moet eerst nog even langs rusland: ik mag niet door china als buitenlander. Da. Dat betekent een russische grensovergang. Maar daarover later meer.. ;)

1 reacties:

Op 3 september 2009 0:10 , Blogger DaktaRi zei...

Soow, ik ben weer terug van vakantie en wat een verhalen weer. 'K ga nu eerst gauw de ploaties bekieken.

 

Een reactie plaatsen

<< Startpagina