donderdag 3 september 2009

Terug in Russia, with love ;)

De westgrens tussen Mongolie en Rusland is ook sinds een paar jaar open. Aan de mongolische kant is de logistiek daar 'nog niet helemaal' op ingesteld: ik ben blij dat ik gps waypoints had, anders had ik echt niet geweten welke van de achtendertig heuvels ik nou over had gemoeten. Maar na een relaxt eindje toeren zie ik in een dal een soortement nederzetting , wat chaos, en dan een superstrak gebouw. Dat zal m wel zijn..

Ik laat me langs een rijtje vrachtwagens die daarvoor staan (hoe die daar ooit komen?) naar voren rijden en word bijna in mn nek gegrepen door een stel ijverige mongolische soldaten. Ik lach eens vriendelijk naar ze en tegen zoveel charme zijn ze natuurlijk niet opgewassen: de soldaat van dienst geeft me een briefje. Wat ik er mee moet, geen flauw idee, maar dat blijkt later.
Het is een loopbriefje: bij elke post/loket een stempel verzamelen, en na negen stempels gaat de poort open en mag je mongolie uit. Soort computerspel. Maar dan in t echt. Na een half uurtje heen en weer soebatten en blond zijn heb ik er nog maar zes, en ik zou echt niet weten waar ik de laatste drie moet halen. Zeker de geheime deur gemist. Ik besluit de mevrouw van immigratie nog maar eens lastig te gaan vallen. Ze had al duidelijk haar dag niet, en zo'n buitenlandse in haar weg vindt ze maar niets. Ze blaft wat in haar portofoon en wijst me naar t hek. Ik heb mn paspoort stempel, dus de rest zal me worst wezen en als zij zegt dakeruit mag..
De hek-mevrouw had de orders al ontvangen en accepteert mn 6/9 papiertje. Het hek zwaait open, en daar.. zie ik twee zwitserse motorrijders op bmw 650 challenge's! Tijd voor n praatje. En dat is dan weer mooi in azie: daar snappen ze dat praatjes, ook net na een hek, belangrijk zijn en laten ons daar rustig een half uur staan kleppen. De mannen rijden andersom, maar vliegen dan vanuit Ulan Bataar terug. Met de motoren. We delen brood met worst als lunch en dan besluit ik t russische gedeelte van de grensovergang maar te gaan doen. Die kunnen namelijk wel eens tijdrovend zijn.

Deze overgang heeft een niemandsland van vijftien tot twintig kilometer en midden in dat niemandsland staat een hek over de weg (en alles drnaast) met een huisje 50 meter verderop. En dat hek is dicht. Er staan een busje of vijftien voor te wachten, en wat auto's. Ik ga op mn plek staan, dat is voor de rij zoals alle motorrijders weten, en wacht. Er gebeurt helemaal niks. Ik informeer eens bij t voorste busje, hoe lang staan jullie hier al? "een paar uur". En op mijn vraag waarom t hek niet open gaat, weet niemand een antwoord.

Totdat van de andere kant een drietal engelse auto's van de mongolralley aan komen tuffen. Er stapt een kwieke russische grenswacht uit t hokje, controleert hun papieren, opent het hek aan hun zijde van de weg, en laat ze door. Nou breekt mn klomp. Ik stap eens op mn gemak op de man af en gebaar 'wanneer mogen wij want ik heb t koud' (er stond een straffe wind). Hij wijst op zn horloge 'over een half uur'.
Maar een half uur later.. niks. Uur later.. niks. Intussen mocht ik om uit de wind te zijn in het voorste busje schuilen, en ik heb gezellig mn koekjes met een stel kazakse russen gedeeld. Terwijl we met handen en voeten converseren komen er van achteren een zestal russische tankwagens aan waarvan de chauffeurs door het hek heen stappen en t huisje binnen gaan. Tien minuten later komen ze weer terug, stappen in hun vrachtwagens, en de grenswacht maakt nu onze kant van het hek open, maar alleen voor hen. Ik besluit dat ik heel blond ben, en knik naar de grenswacht 'ja we mogen'?. Hij wijst duidelijk 'zij wel, jullie niet' maar mn russische gebarentaal is nog niet zo goed, en ik vind vind twee uur voor de kat zijn viool meer dan genoeg. Ik grijp mn helm, start ganesh, en prop m net voor dat t hek weer dicht gedaan wordt door de wacht er langs. Ik stop gelijk na het hek, knik vriendelijk dank je wel, en negeer een blik. Ik geef de hekwacht gelijk mn papieren, zo van 'alsjeblieft, die moet ik toch laten zien hier'. Hij vraagt me buiten het huisje te wachten en ik ga op t trapje zitten. Binnen hoor ik geschreeuw, en de vrachtwagenchauffeurs komen naar buiten, iets over 'motosikkel' (russisch voor motorfiets) zeggend, en hoofdschuddend. Ik denk dat ik maar even hier buiten blijf wachten.
Dan komt na een minuut of tien de kwieke grenswacht weer naar buiten, met mn papieren, en een russisch loopbriefje. Hoera!. Hij gebaart me maar rapido door te rijden, en dit keer begrijp ik m beter. Ik bedank hem netjes en rijd er vandoor, tien kilometer verderop de echte russiche grenspost tegemoet. Daar gaat t niet snel, maar wel gemoedelijk, moet dertig roebeltjes betalen voor de 'desinfectie' van GaneSh, plus nog wat andere vage toeslagen, kom weer diezelfde vrachtwagenchauffeurs tegen, de douanier vraagt zich af of ik niet beter een russische man moet trouwen, een andere dame neemt mn temperatuur op, drie boeken worden handmatig volgeschreven met het kenteken en chassisnummer van ganesh en een anderhalf uur later sta ik weer ik Rusland. Hoera, asfalt :).

De eerste vierhonderd kilometer gaan door de Altai, een schittered gebergte, wat die avond wel haar tanden laat zien. De eerste pas die ik door zou moeten is in donderwolken en grijzemassa bedekt. Ik besluit in t grensdorpje te overnachten, maar er is helaas geen plaats in de herberg. De herbergier wijst me naar een collega, maar daar is helemaal niemand, ook niet iemand die een deur open zou doen, en me een kamer zou wijzen. Ik rijd weer terug naar de eerste toko want de lucht is inmiddels zwart van regen en donderwolken, zo ga ik niet kamperen en ik moet toch ergens slapen. De herbergier ziet me komen, en doet woordloos t hek open en wijst waar ik kan parkeren. In een van zn kamers verblijft een russische vrouw, en daar staat een bank waar ik wel op kan crashen. Geweldig. De russische vrouw blijkt een geologe uit Barnaul die wat duits spreekt, en ze staat er op dat zij op de bank slaapt en ik in het bed want al haar spullen liggen om de bank.. zegt ze. Wederom die vanzelfsprekende gastvrijheid. Geweldig. Veilig beschut tegen het weer val ik die avond vroeg in slaap. Voel me net een klein meisje uit logeren.

De volgende ochtend is het weer stralend, en ik ontdek zelfs een flappentap in het dorp. Volgetankt, genoeg centen, en de zon schijnt, en voor me een bochtige asfaltweg door berglandschap. T leven is weer erg goed.

Ik twijfel om te kamperen in een van de valleien, maar eerlijk gezegd ben ik wel even uitgekampeerd, en verlang ik meer naar een warme douche en een schoon bed. Oh, de geneugten van comfort, ze verleiden me altijd weer. Ik vind een hotel in Bisk. Een ontspannen stadje waar de lokale apotheek ook drukverband voor mn enkel heeft, en metronidazol voor (tegen) mn buikbeesten verkoopt. Dit laatste is een antibioticumkuur, die me 7.5 roebel kost. Dat is omgerekend 16.8 eurocent voor de hele kuur. Hoe doen die apothekers dat toch in nederland?

De dag daarna rijd ik door naar Barnaul, een grotere stad op de route naar Kazakstan, waar ik plan aan wat fysiek herstel van mezelf, en van GaneSh te werken: de linker bout van koplamp is er uitgerammeld en tiewraps-met-ducktape is toch niet je van het in deze.
De dagen daarna doe ik de antibiootsels, en ganesh wat nieuwe schroeven en bouten van de lokale hubo. Mooi ist niet helemaal, maar vast zit het. Tijd om me voor te bereiden op Centraal-Azie, de 'stans'.

1 reacties:

Op 4 september 2009 10:51 , Blogger D@@n zei...

Ik hoor het je vertellen en ondertussen nippen we aan en biertje :-)
*stopt ondertussen wat biergeld toe*

 

Een reactie plaatsen

<< Startpagina