maandag 19 oktober 2009

Uzbekistan

Vantevoren was ik gewaarschuwd voor Uzbekistan. Niet voor de wegen, of het weer. Maar voor de talloze politiecontroles en de mogelijke corruptie onderweg. Met enige aarzeling in het hart vertrok ik dus vanuit Osh naar de grens. Kyrgystan had zich in me genesteld, en ik wilde eigenlijk niet weg.

Maar de afspraak met mi mush in Tashkent lokte. De grens controle was wat warrig maar volgens mij was ik de enige europeaan die dag, ik hoefde niet in de rij, Ganesh ergens een priveparkeerplek in de schaduw, Marjos ook in de schaduw, en men was super behulpzaam met alle formulieren, engelstalige werden voor me ergens uit een archief gehaald en gekopieerd, etc.
Ik liet me die voorkeursbehandeling gewillig aanleunen, en terwijl een van de douanemannen mn formulieren voor me invulde hadden we hele gesprekken over.. voetbal. Jawel, klaarblijklijk ook erg populair in Uzbekistan, en zij kenden de namen van alle spelers en hun huidige clubs beter dan ik (dat is heden ten daage geen wonder, maar toch). Nou weet ik sinds een eerste taxirit in Madrid ooit twintig jaar geleden, dat sport bindt, maar op deze plek was dit toch weer onverwachts. Vervolgens werd zoals gebruikelijk de GPS bewonderd, een ongeinteresseerde blik in een van mn bagagekoffers geworpen (vrouwenondergoed bovenop, ze zoeken nooit verder, ik zweer t je) en na ongeveer een uur stond ik daadwerkelijk in Uzbekistan. De gebruikelijke chaos van geldwisselaars en winkeltjes ontbrak aan de uzbeekse kant, maar ik had mn tank gelukkig vol gemikt aan de kyrgyzische kant. Een handige manier ook om van je lokale valuta af te komen. Benzine is in dit gedeelte van de wereld trouwens spotgoedkoop, zo'n 30 cent per liter. Wel vaak ron 80, soms 93, en heeeel soms 95.

Ik kwam het land binnen door het meest conservatieve gedeelte: de Fergana vallei. In recent verleden nog de plek van veel opstand en reactief geweld door de regering en ik besloot mn nederlandse anti-authoriteit houding wat minder prominent te etaleren. Veel politie controleposten, elke keer weer registratie als buitenlander, maar elke keer weer uiterst correcte en vriendelijke mannen. Niks te corruptie. Sterker nog, ze deden erg hun best om zo netjes mogelijk over te komen leek t wel. Mn gespannenheid zakte wat, en toen ik daadwerkelijk werd aangehouden door twee soldaten die duidelijk wel op zoek waren naar geld ('can you show me euro?' 'noooo curr, all my euros are in emsterdem, goodbye, i go now') loste ik dat met een knipoog en een jens aan de gashendel op.

Ik logeerde die nacht in Kokand, in het voormalige russische hotel. Sfeerloos maar elcheapo, en als je snachts gewoon t licht niet aandoet in de badkamer heb je nergens last van. Tijdens het ontbijt een lang gesprek met de jonge manager, over zijn islam. We zullen het wel nooit eens worden, maar het was ondanks het precaire onderwerp een gezellige morgen. Kunnen ze in Amsterdam - West een voorbeeld aan nemen.

De velden van de Fergana vallei zijn bezaaid met katoenvelden. Monocultuur, daar geplant door de russen. Voor Uzbekistan 'het witte goud'. De oogst is enorm arbeidintensief en in Uzbekistan een tijd waarin kinderen verplicht de velden in worden gestuurd in plaats van naar school. Kinderslavernij, geen loon, wat maaltijden en de opbrengst naar de grootgondbezitters en overheid. De overheid die faciliteert en die de scholen zelfs dichtdoet tijdens de oogstmaanden. Daar valt nog veel te verbeteren.

Door naar Tashkent , waar ik Koen de volgende dag van t vliegveld hengelde. Heerlijk. De volgende dag de motorbepakking verherbouwd en met mn nieuwe duopassagier richting Samarkand. Dit was leuk. En Ganeshje trok het makkelijk, twee man en volle bepakking. We volgden de oude zijderoute, ik was in Osh begonnen, Koaknd, en nu dus Samarkand en Bukhara.

Namen die de mystiek in me losmaken, misschien omdat ze vroeger zo moeilijk te bereizen waren door t slopende traject van de zijderoutes vanuit het westen. Uzbekistan (en omliggende landen) hebben een roerige geschiedenis. Al n paar duizend jaar wisselen de heersers elkaar af, dan weer de perzen, de turken, toen Gengis, later weer de arabieren, en de laatste honderd jaar heeft rusland de scepter gezwaaid. En iedere machtswisseling gepaard met sloten bloedverlies.

Maar tussen de bedrijven door ook een periode van enorme wetenschappelijk rijkdom: Avicenna komt uit deze contreien. Ik ontdekte tot mijn verrukking dat hij in zn Canons of medicine reeds intubatie en anesthesie beschreef (met de soporifc sponge, kewl). Dit was rond AD 1000, toen waren wij nog niet eens aan t aderlaten. Dus dat gaf weer een andere kant.

De Uzbeken zelf beschouwen de krijgsheer Amur Timur (bij ons bekend als Timurlane) als hun held. Dat t van oorspong een Mongolier was, mag de pret niet drukken. Na de val van de USSR is de behoefte aan eigen identiteit groot in de landen van centraal azie. Vandaar misschien de rijpe voedingsbodem voor de extremere islam.

Samarkand is een prima stad voor lekker zichtzien met zn twee: het Rajastan, ooit overspoeld door handelslui, bood nu ruimte voor her en der wat toeristen. We dwaalden tussen de enorme gebouwen. 'veel blauwe tegeltjes'. Dat was ook een terugkerend iets bij diverse mausolea.
En de volgende dagen in Bukhara. Bukhara ligt 300 km verderop aan de rand van de woestijn. De weg ernaar toe recht, met een poltiecontrolepost of tien.
Maar aan dat laatste begon ik al te wennen, vaart minderen, klep helm omhoog, vriendelijk lachen, en vooral geen aanstalten maken om te stoppen want dan sta je weer een kwartier over nederland, hoe hard de motor kan en ja, dat is een navigator. Een paar keer geeft niet, maar om de 50 km word je dat toch wel behoorlijk beu.

De stad Bukhara was een brok geschiedenis. De mensen vriendelijk. We hadden het er goed. Bij het bezoeken van het fort ging voor wat baksheesh een extra deur open en daar achter een enorm braakliggend gedeelte fort met het beste uitzicht over de stad. Absurd hoe dat toeristisch al dan niet ontwikkeld wordt. We kwamen er onze pakistaanse vriendinnen uit Samarkand weer tegen, aten savonds rond de lokale vijver, en ontweken de bussen franse toeristen die op een of andere manier er prominent aanwezig zijn.

Tijd vloog nog meer dan solo, en na een week moest ik mn duo alweer op t vliegtuig zetten. Boe. Volgende doel was Turkmenistan, een verhaal apart. Moeilijk visum verkijgen en strikte data en routes. Met een toeristenvisum krijg je daar gelijk een ingebouwde gids op je dak. Tegen verplichtegids prijzen. Toen ik suggereerde bij aanvraag dat die gids gewoon achterop kon, in plaats van in een aparte auto, was dat tot mijn verbazing geen probleem. En de helft geodkoper. Op naar Turkmenistan dus. Maar eerst nog een paar dagen Uz. Ik had mn turkmenistan reisdata ruim gekozen, en moest nog een paar dagen wachten. Vooral het karavanserai hotel in Bukhara was een juweel, aanbevolen door medereizigers, eerste keer Bukhara helaas geen plek, maar nu wel, en ik wilde er eigenlijk niet weg.

En toen ik ging, deed de Uzbekistaanse douane een poging om dat laatste bewaarheid te laten worden. Drie uur om een land uit te komen, wtf.. En niet dat ze in die drie uur nou echt iets controleerden. Heb mn tas of koffers niet aangeraakt. En zij ook niet. Ik denk dat ik twee uur en vijfenvijftig minuten naar mn paspoort op n stapel heb staan kijken. Er gebeurde niets. Ik was niet de enige, een bus met japanners en aan boord een'grensversneller' kwam net na mij binnen en arriveerde zelfs een uur later dan ik bij de turkmeense grenspost. Mij wel elke keer zeer vriendelijk en bemoedigend toeknikkend nadat ze ontdekten dat ik alleen op mn motor op pad was. Janpanners zijn ook reizigers. Die kunnen dat waarderen.

volgende keer: met mr. Maksat op pad.

vrijdag 2 oktober 2009

A horse, a horse, my kingdom..

Het meisje van de karavanserai waar ik logeer hier in Bukhara vraagt me vriendelijk of ik thee wil? Ik zit de middaghitte uit in de schaduw van de binnenplaats en heb inmiddels wel dorst. Tien minuten later komt ze met een dienblad vol met allerlei nootjes en zoetigheid, en een pot verse groene thee terug. Ik tracht wat krukkig mn voeten onder me te vouwen op de tapchan, een soort zitbed bedekt met tapijt en kussens. Maar met de ingetapete enkel en mn motorstijve benen kom ik niet verder dan n kreupele pseudoloutus. Geen nood, geen uzbeek in de buurt en zolang mn voeten maar niet die kant op wijzen..

Ik geniet van een paar dagen chillax hier, straks op fotostroop tocht. Bukhara sightseeing heb ik vorge week al met Koen gedaan, die is nu weer terug in Nederland, en ik ben weer alleen met GaneSh op pad. Richting Turkmenistan volgende week. Waar ik verplicht een gids mee krijg. Heb liever mi mush achterop, maar vooruit.

Ik nestel me op t tapchan, laptop op de knieen, en als een levende reclame voor apple en wifi in deze klassieke omgeving (picture: zandkleurig met zorg gerestaureerd medressa hotel, bordeauxkleurige perzische tapijten op de zitbedden, blauwe lucht, hier en daar wolkje, en voor me een enorme pot thee) schrijf ik jullie dit blog. Me ondertussen ziek etend aan de suikerpinda's, maar ja, it has to be done.

Het was even stil op het blog. Geen bericht, goed bericht? Jawel. In retrospect: Een heel ander gedeelte van mn reis brak aan. Minder motorrijden, meer andere zaken. In semipalatinsk ontmoette ik ook een zweed in mn hotel, die me op het hart drukte om watdanookvooral een trektocht op n paard te maken in Kyrgystan.
Hij gaf me het adres van de CBT in Koshgor. CBT is de afkorting van community based tourism, een vorm die ze bijvoorbeeld in Nepal ook hanteren, maar die ik in Kyrgystan in een zuiverder vorm terugzag.

De gemeenschap zet een bureautje op, bij voorkeur bemand met iemand die zijn of haar vreemde talen goed spreekt (engels, hoera), die belt dan weer iemand die n auto heeft of rijdt voor het transport, iemand die contact heeft met de nomaden voor de yurts om te overnachten, en iemand die paarden op dat moment te huur heeft. Et voila: n trektocht. Tis een reisbureau met vele partners, (en met een bedrijfscultuur die waarschijnlijk streng sociaal gecontroleerd is ;) ).

Voor mij, als toerist, werkte dit in als een trein: geen grote reisgroepen, maar individueel of in kleine groepen op makkelijke wijze een wat authentieker contact met de lokale bevolking. Ik kwam onaangekondigd binnenlopen op zaterdagmiddag half 5, vertelde wat ik wilde, en vijftien minuten later stond ik met horseytrektrip voor de volgende dagen en overnachtingsadres weer buiten! Bravo. Net toen ik wilde opstappen spraken twee backpacksters mij aan ' wil je mee naar SongKul, op trektocht te paard'? . Ik vertelde dat ik net precies zoiets had geboekt, en na wat overleg besluiten we mijn trip om te zetten naar een vierpersoons trip, gezelligheid.

Mn medereizigers zijn een frans stel, Isabel en Benoit, op reis voor een jaar door azie, en Cristina, een spaanse (excuus, een catalaanse) die op de fiets met een stel neven vanuit China terug naar Barcelona onderweg is en even een break van het trappen neemt.
Ik overnacht die nacht bij een lokale familie die hun huis heeft omgebouwd tot guesthouse. Tot mn grote verbazing vind ik een blauw zeeuws roomboterbabbelaarblikje terug op de plank van de huiskamer. De wereld is klein.

De volgende dag blijkt de man des huizes ook onze chauffeur naar de vertrekplaats van de paarden te zijn. Ik stap in een echte vierkante lada (niet zo'n nieuwerwetse) en rijd voor het eerst sinds maanden in een auto. Mijn bestuurdersoog valt gelijk op het rode oliedruklampje wat brandt, maar daar schijnt de chauffeur zich niet druk om te maken. Op mn motor reden tot onmiddellijk koppeling in en stop langs de kant, maar dat werkt bij lada's dus anders.

We pikken mn medereizigers op en gaan vrolijk op pad. We imiteren kyrgyzische popmuziek, (de lada heeft zelfs een radiocasette) en ik geniet van het ongestoord kunnen genieten van de omgeving zonder op de weg te hoeven letten. Vind alleen dat ie niet zo goed trekt.. die lada. Ik maan mn motorhoofd tot stilte tot we een kilometer of wat verderop de berg op moeten. We gaan langzamer .. en langzamer.. en langzamer.. Het autootje stopt, we stappen uit, en de chauffeur haalt onverstoord een fles water uit de kofferbak die hij in de radiator en over de motor heen kiept. En wonderwel.. t ding start weer, en we rijden weer verder. Helaas zie ik in de verte weer een bergop stuk opdoemen, en wat ik vrees gebeurt.. Twee honderd meter voor de top, maar wel naast een bergstroompje, valt ie weer stil. Problemski? vragen we. Problemski chutchut, is het antwoord, een klein probleempje maar. Benoit en de man duiken ieder met een lege fles t stroompje in en ook dit water verdwijnt onder de motorkap. Dit keer legt hij een lap over de stroomverdeler en maakt die nat. Ik snap er niks van wat er nou stuk is, en waarom hij met de choke probeerde dit tijdelijk lada coma uit te stellen. Bougies? Caburateur?
Anyway, de lada voodoo werkt: het ding start weer en sjouwt ons zonder problemen de berg en de daarnavolgende hogere hellingen ook op. Zodat we weldra bij de paarden opstap plaats komen.

Ik krijg een grote witte hengst toegwezen (doe maar geen grappen svp, de alternatieve omschrijving was n grote witte schimmel tussen mn benen). Grug heettie.
Opstappen gaat niet soepel bij me met die linkerenkel (understatement), en ook de dagen erna heb ik veel hulp van onze gidsen nodig om in t zadel te komen. Elegant is anders maar ach ja, die jongens zijn jong en sterk, dus die zullen daar nu inmiddels ook al wel van hersteld zijn. Zodra ik eenmal zat was t geen probleem meer, en ik geniet met volle teugen van onze trek.
Het eerste gedeelte is bergop en langs n bergkam, de smalle bergpaadjes zijn erg smal zo op de rug van n paard en ik moet leren vertrouwen dat het beest weet wat ie doet. Het is niet zoals op de motor dat ik alles moet te besturen, en dat ik op mn neus ga als ik iets niet doe (of wel). Meer dat het nu vanzelf goed komt. Dit is wel een aangename verandering kan ik jullie schrijven. Dit gaan we meer zo doen.

De eerste nacht overnachten we in een yurt, met zn zessen (wij en de twee gidsen) op n rij, in enorme stapels met dekens. De kou die we vreesden (we zitten op paar duizend meter hoogte) blijft uit, word wel beetje stijf wakker. Gelukkig schudt Grug dat er wel uit. Het beest wil amper in draf en met de grootste moeite in galop, maar sleept me wel over de hoge bergpassen en nauwe rotsachtige doorgangen heen, dus ik laat hem de weg zoeken en bepalen en laat mezelf de illusie dat ik de baas ben en dat Grug en ik een samenwerkings- en overlegmodel hanteren.

De tweede dag dalen we weer af na eerst over 3500 meter te zijn geklommen (grug en consorten dan) en komen we laat in de middag bij het Song Kol meer aan, t doel van onze trek. Een groot alpine zoetwatermeer, wat op dat moment met donkere wolken overschaduwd wordt. De regendruppels vallen af en toe, dit is tevens onze oppikplek en ik zie met angst en beven onze ladarit terug tegemoet. Maar niks van dit alles: waar het op de weg haperde, is het nu een offroad tijger, watercrossingen, geen probleem. De lada sjamaan had goed werk verricht. En het rode oliedruklampje brandde nog steeds.

De volgende morgen stap ik weer op GaneSh. Ik had de engelssprekende CBT man geinformeerd naar de kwaliteit van de weg, volgens hem was het makkelijk te doen met een motor. De weg van Bishkek naar Osh had ik al goede verhalen over gehoord (strak asfalt door berglandschap), en daar zou ik halverwege op insteken. Dus geen reden om aan t oordeel te twijfelen, maar zoals altijd.. never assume.
En als motorrijder: vertrouw nooit een automobilist. Want na 60, 70 km had ik 50 km wegwerkzaamheden achter de rug (veel los zzzzzand, bah), en begon daarna het bekende gravel-wasbord effect. Alles wat mongolie overleefde besloot het nu op te geven en los te rammelen, en ondanks dat ik toch regelmatig controleer, bleek die avond mn lamp, een zooi plastic dingen, mn standaard en mn linker kofferrek te zijn losgerammeld. En van de laatste wat essentiele onderdelen te zijn verdwenen.

Toen ik de volgende dag voor mn vertrek ook ontdekte dat mn uitlaat op half zeven hing was t tijd voor n extra reparatieochtendje. Ik had overnacht bij n soort motel waar ook wel truckers stopten, en terwijl ze eerst wat argwanend naar mn sleutelactiviteiten keken, werden ze na verloop van tijd toch wat nieuwsgieriger. En toeschietelijker toen ze zagen wat ik probeerde te doen.
Dat tie-wraps niet altijd de beste oplossing zijn wist ik al, en een kyrgystaanse truckchauffeur gaf zn mederijder (zoon?)) de opdracht me eens te helpen. De jongen sprak n paar woorden engels, was superhandig, en had met een paar ringklemmen mn bagagerek weer zo muurvast. Dat laat ik dus mooi zo zitten (en verkoop t patent aan Jesse Luggage).

Die dag door naar Arslanbob. Had er nooit van gehoord , tot een spaanse medereiziger in Bishkek me vertelde dat ik dat echt niet mocht overslaan. En hij had gelijk. Zo anders dan de rest van Kyrgystan, een natuurlijk walnotenbomenwoud van 50000 hectare.
Ik weer naar het lokale CBT bureautje, een horseytrek van een paar uur boeken voor de volgende morgen door dat walnotenbos (had maar een dag de tijd samen met de rest van mn plannen, maar heb wel de smaak van dat paardje rijden te pakken), en sliep die avond bij n lokale uzbeekse familie. Het zuiden van kyrgystan is bijna 95% uzbeeks. Toen Stalin indertijd de grenzen trok lette hij niet zo op de werkelijke situatie, dat bleek maar weer.

De dochters van de familie kraaiden blij verrukt toen ze ontdekten dat er een vrouw uit de motorkledij kwam, en ik ben er bijzonder gastvrij onthaald. Toen ze echter ontdekten dat ik arts was, werd de rest van het eten aan consults besteed. Ze liet me een litteken zien van n buikoperatie (mediaan incisie) en hoe lang ze nou niet hoefde te werken. Geen flauw idee. Wat was er geopereerd? vroeg ik. Daar had zij nou weer geen flauw idee van. En nee, ik weet ook niet waar die pijn in dr moeder haar rechterarm vandaan zou kunnen komen (walnoten oogsten?) maar mn aanpak van evenaanziengastvastwelweerover had niet veel bijval. Gelukkig volgde de lokale arts die ze de volgende morgen vroeg liet komen (echt, voor achten smorgens huisbezoek voor pijn-in-de-arm-rechts) eenzelfde aanpak. Alleen gaf hij er een stripje ibuprofen bij.

Helaas regende t die dag pijpestelen, en na twee uur doorweken vond ik t wel weer genoeg op t paard. Bos gezien. Waterval. Weet nu hoe je walnoten oogst. Tijd om weer door te gaan.
Ik reed die dag naar Osh, mn eerste stad op een van de zijderoutes. Een van de oudste bazaars zijnde had ik er een dag voor uitgetrokken die te bezoeken. En wat een bazaar.. kilometers lang aan markt. Vlees, groente, fruit, dvds, cds, alle soorten huishoudelijke artikelen. Vooral de uitgestalde zakken met specerijen deden me in oosterse sferen belanden. En ik heb er een uur of wat rondgedwaald voordat de hoeveelheid mensen me echt teveel werd. Indrukwekkend.

Ik had de 21e met Koen afgesproken in Tashkent, en die datum naderde snel. Mn volgende blog dus Uzbekistan. Maar mn thee is hier koud, het licht mooi voor wat foto's en de suikerpinda's op. Wordt dus vervolgd.